In Drenthe gaan diverse partijen, waaronder ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, werk maken van een grensoverschrijdende spoorverbinding tussen Coevorden en de Duitse plaats Bad Bentheim. De trein moet nog voor het einde van 2025 gaan rijden.

Daartoe is maandag een intentieverklaring getekend door staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen, de Nedersaksische minister van Wetenschap, Arbeid, Verkeer en Digitalisering Berend Lindner en gedeputeerde provincie Drenthe Nelleke Vedelaar. Onder de belanghebbenden zijn tevens PoRail en de Bentheimer Eisenbahn.

Samen gaan de partijen de komende maanden om tafel, om in 2023 met een definitief realisatiebesluit voor het voormalige goederenspoor te komen. Ongeveer anderhalf jaar later moet er één keer per uur een trein gaan rijden tussen Coevorden en Bad Bentheim, een traject dat onderdeel is van de onderdeel van de spoorverbinding Emmen-Rheine.

“Wat mij betreft een sterk voorbeeld: investeren in bestaand spoor. Heel mooi voor de regio!”, zei ProRail-ceo over het project.

Tijdswinst

Voor mensen in de grensstreek betekent de lijn allereerst tijdswinst van ongeveer 40 minuten tussen de steden Emmen en Nordhorn. Daarnaast wijzen de betrokken erop dat je via Bad Bentheim toegang hebt tot verbindingen met Osnabrück, Hannover en Berlijn.

“Goede grensoverschrijdende verbindingen met het openbaar vervoer zijn heel erg belangrijk. Ik kom zelf uit een grensregio en weet hoe waardevol het is als je niet alleen met de auto makkelijk over de grens kan reizen, maar ook met het ov”, zei Heijnen bij de ondertekening van de intentieverklaring.

Zij krijgt bijval van deelstaatminister Lindner: “Een uitbreiding van de verbinding met Coevorden was vanaf het begin de uitgesproken visie aan beide zijden van de grens, omdat het project deze regio verder zal versterken. Voor Nedersaksen is het een bijzondere zorg om de reactivering nauw te begeleiden. Want het proces is niet alleen een teken van een verbindend Europa, maar ook een duidelijk statement voor duurzaam openbaar vervoer.”

Lees ook: