De Nederlandse overheid start een marktverkenning naar de mogelijkheden voor open access op de internationale spoorlijnen van en naar Nederland. 
Nationale en internationale vervoerders worden opgeroepen om hun interesse te tonen voor het opzetten van internationale treindiensten en mee te denken over de kansen en uitdagingen op internationale trajecten in het komende halfjaar.

De meeste internationale treinen in Nederland rijden onder concessie van NS. Wel heeft het kabinet aangegeven open te staan ​​voor meer concurrentie op het internationale spoor vanaf 2025. Door te starten met een marktconsultatie wordt geïnventariseerd welke operators geïnteresseerd zijn in toegang tot deze markt, of wat hen tegenhoudt.

Vrije toegang

Een consortium van Berenschot, Arcadis en TÜV Rheinland gaat het komende half jaar in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek doen naar het concurrerend aanbieden van internationale treindiensten. Deze drie partijen gaan de dialoog aan met nationale en internationale marktpartijen, Nederlandse en buitenlandse overheden en consumentenorganisaties.

Projectleider Kaj Mook van Berenschot roept geïnteresseerden op om actief aan hem te rapporteren: “Wij zoeken operators die geïnteresseerd zijn in het creëren van het toekomstige internationale treinaanbod. Wij komen graag in contact met partijen die zich hierin herkennen. ” Berenschot is een Nederlands onafhankelijk organisatieadviesbureau met 350 medewerkers wereldwijd en al 80 jaar werkzaam voor opdrachtgevers in de publieke sector en het bedrijfsleven.

Concurrentie op het hoofdrailnet

Vorig jaar maakte staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven bekend dat de concessie voor het Nederlandse hoofdrailnet na 2024 weer naar NS gaat. Inkoop zou ‘zeer complex en risicovol’ zijn en nadelig kunnen zijn voor reizigers en belastingbetalers. Het besluit werd gesteund door de Tweede Kamer.

Regionale operators Arriva, Transdev, Qbuzz, Keolis en EBS, gesteund door AllRail en operators uit andere EU-landen, hebben een rechtszaak aangespannen en zeiden dat het in strijd is met de Europese regelgeving. De rechter zei dat ze niet konden vaststellen of dit het geval was, en het is nu aan het Hof van Justitie van de EU. Een hoofddoelstelling van het vierde spoorwegpakket is meer concurrentiekrachten op de spoorwegen in alle lidstaten van de Europese Unie. Het uitgangspunt is “aanbesteding, tenzij”. Rechtstreekse gunning blijft mogelijk, maar vanaf 25 december 2023 gelden strengere voorwaarden.