
Bron. Nieuwssite Duurzaam Mobiel.
In 2018 startte Infrabel met de werken aan spoorlijn 19. Over een traject van 33 km werden 200 km aan draden en kabels voor de bovenleiding geïnstalleerd. Na een aantal controles en testritten is de geëlektrificeerde spoorlijn vandaag ingehuldigd met een eerste rit van Mol naar Neerpelt. “Vanaf maandag gaat de trein ook tot in Hamont rijden”, vertelt NMBS-woordvoerder Dimitri Temmerman. En ook voor de studenten is er goed nieuws want vanaf zondag 20 juni zullen de treinen naar Leuven en Heverlee in Hamont in plaats van Mol vertrekken. “Met de elektrische dubbeldekstreinen zullen er 800 zitplaatsen per trein zijn. Dat is bijna 10 procent meer dan in de huidige dieseltreinen”, gaat Temmerman verder.
Lees hier verder….
Neerpelt/Hamont –
Op donderdag 10 juni vertrok in Mol de eerste elektrische trein richting Hamont. Een historische stap voor de provincie, vooral voor het noorden. Daar wordt zelfs al jaren gedroomd van een spoorverbinding tussen Hamont en het Nederlandse Weert. Maar dat stuit dan weer op praktische bezwaren en zorgen over de IJzeren Rijn. Hoe zit dit ingewikkelde dossier in elkaar?
Het resultaat van onze petitie “elektrificatie spoorlijn Mol – Hamont”
n 2018 startte spoorwegbeheerder Infrabel met de werken en intussen zijn er 830 bovenleidingspalen geplaatst. In totaal 200 km kabel is bijna volledig gebruiksklaar. “In mei zou alles klaar moeten zijn en kan er uitgebreid getest worden en vanaf juni zullen de eerste reizigers in een elektrische trein op dit spoor kunnen rijden”, vertelt Frédéric Petit van Infrabel. “Dat geeft meer mogelijkheden voor de NMBS wat betreft de capaciteit en het comfort. Elektrificatie komt de mobiliteit maar ook het milieu en de stiptheid ten goede.” Vanaf dan zullen ook twee bestaande piekuurtreinen tussen Brussel en Mol tot in Neerpelt kunnen rijden. Het gaat om één P-trein ‘s morgens richting Brussel en één P-trein ‘s avonds vanuit Brussel.
10/02/21 om 16:03 – Bijgewerkt om 17:22
Bron: Belga
De grensoverschrijdende treinverbinding tussen het Limburgse Hamont en Weert in Nederland heeft een potentieel van duizend reizigers, maar heeft toch een ‘negatieve businesscase’.
Een grensoverschrijdende treinverbinding tussen het Limburgse Hamont en Weert, in Nederland, heeft een potentieel van duizend reizigers per dag, beide richtingen samengeteld. Maar de uitbating van die lijn door de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS ‘heeft een negatieve businesscase’. Dat heeft minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) woensdag gezegd in de Kamercommissie Mobiliteit.
Over de verlenging van de verbinding Mol-Hamont tot in Nederland wordt al jaren gesproken. Begin 2019 stuurde de bevoegde Nederlandse staatssecretaris een brief naar België, met de vraag dat de NMBS die lijn zou uitbaten. Daarop startte de spoorwegmaatschappij een haalbaarheidsonderzoek op om de technische mogelijkheden te bekijken, welk materieel er nodig is en hoeveel personeel, en welke inkomsten de verbinding zou kunnen opleveren.
De resultaten ervan werden een tiental dagen geleden naar minister Gilkinet gestuurd, zo zei hij tijdens een actualiteitsdebat in de Kamercommissie Mobiliteit. Daaruit blijkt dat de verbinding technisch haalbaar is, al zijn er infrastructuurwerken nodig in Nederland. Het reizigerspotentieel wordt geschat op 1.000 per dag. Maar ‘de businesscase voor de uitbating van de verbinding door de NMBS is negatief’, aldus Gilkinet.
De minister zal de resultaten van de studie overmaken aan Nederland, om ze samen te leggen met hun onderzoeken. Gilkinet stelt voor om de bestaande Belgisch-Nederlandse stuurgroep over grensoverschrijdend verkeer samen te roepen over de kwestie.
Voor CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh vormen 1.000 reizigers per dag ‘een duidelijk potentieel, wat een betekenisvolle meerwaarde kan betekenen voor de grensregio Nederlands en Vlaams Limburg’. Volgens hem hangt de businesscase af van veel factoren, zoals een eventuele elektrificatie van de lijn en de vraag of er een exploitatietoelage kan worden toegekend. ‘Allemaal elementen die nog onzeker zijn vandaag, en die een doorslaggevende impact hebben op de businesscase’, stelt de CD&V’er. ‘We verwelkomen dan ook de potentieelstudie, die het – euh – potentieel aangeeft, en waarmee nu in overleg moet worden getreden worden met Nederland.’
Dagelijks pendelen 41.000 werknemers vanuit België naar Nederland. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. In de gemeenten Voeren, Hamont-Achel, Lanaken en Kinrooi werkt zelfs meer dan tien procent van de bevolking bij onze noorderburen.
Het merendeel daarvan bestaat uit Nederlanders die net over de grens zijn gaan wonen maar in hun thuisland blijven werken. Dat komt onder meer door de lagere vastgoedprijzen in ons land. Toch zijn er ook veel Limburgers die er bewust voor kiezen om in Nederland te werken, maar wel de haard in Limburg houden. Belg of Nederlander, iedereen heeft zo zijn eigen reden om aan de andere kant van de grens te wonen.
Zo lokt bijvoorbeeld de Nederlandse bedrijfscultuur Belgen de grens over. “In 2008 studeerde ik in Nederland af”, zegt Anniek Thijs (34) uit Kanne. De zorgkundige werkte daarna enkele maanden in België, maar dat beviel haar niet. “De bedrijfscultuur hier staat me niet echt aan. In Nederland ben je veel vrijer in de manier van omgaan met je leidinggevende. Ook spreek je bij een probleem je collega’s rechtstreeks aan. In België moet alles via de werkgever. Veel van mijn Belgische collega’s willen daarom ook niet terug.” Al komt dat wel tegen een prijs. “Het werken in Nederland is wel veel duurder door de verplichte zorgverzekering. Maar dat heb ik wel voor deze werkomgeving over. Er zou veel moeten veranderen vooraleer ik terug in België kom werken. Toch zeker bij de grote bedrijven en instellingen.”
De lagere vastgoedprijzen in België trekken veel van onze noorderburen aan. Zo verkaste Pams Devereaux (24) samen met haar ouders vanuit Maastricht naar Lanaken. “Een huis kopen is hier gewoon veel goedkoper”, zegt ze. De jonge onderneemster werkt aan de andere kant van de Maas, waar ze een kledingzaak in het hartje van Maastricht runt. Toch legt de coronacrisis enkele pijnpunten van het grenspendelen bloot. “Zo heb ik in Nederland geen recht op de inkomensondersteuning omdat ik in België woon. Hier krijg ik dan weer niets omdat mijn ondernemingsnummer Nederlands is. Dat is bijzonder oneerlijk want je betaalt wel in beide landen belastingen. Soms lijkt het wel alsof onze landen van elkaar niet op de hoogte zijn en de grensondernemers vergeten worden.”
Ten slotte verleidt de liefde mensen tot een uittocht. “Ik leerde mijn Belgische vriend kennen op het vakantiepark De Kempervennen, waar ik werk”, zegt de Nederlandse Malissa van der Kuur (29). Ondertussen woont ze samen met Roel in Hamont, al was dat niet geheel haar zin. “Al mijn collega’s, vrienden en familie wonen in Nederland dus ik was niet meteen happig. Maar mijn vriend heeft een melkveebedrijf, dus echt keuze had ik niet. Maar begrijp me niet verkeerd, ik woon hier graag!” Toch was het voor Malissa wennen. “Het is cliché maar het grootste verschil blijft toch de directheid. Bij een Belg duurt het veel langer voordat je bij het punt komt waar het eigenlijk om draait. Gelukkig is Budel dichtbij en kan ik bij heimwee bij mijn ouders langs.” Malissa en Roel genieten momenteel van hun eerste Belgisch-Nederlandse kindje Fenna.
Je Gratis reispas aanvragen: Uiterste datum 30-09-2020
Lees hier verder…
Zie ook onze pagina Documentatie en Linken.