Belgische minister van Mobiliteit Georges Gilkinet heeft in navolging van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters gezegd dat hij op dit moment weinig kan uitrichten om de Nederlandse zijde te bewegen om werk te maken van de grensoverschrijdende spoorverbinding Hamont-Weert.

Dat zei Gilkinet dinsdag tijdens een commissievergadering van de Commissie voor Mobiliteit. Net als Peeters vorige maand al deed, wijst ook de federale minister op de complicerende factor van de voortdurende kabinetsformatie in Nederland.

Grote investeringen

“Aan Nederlandse kant zijn voor de reactivering van de lijn grote investeringen nodig. U begrijpt dat het niet past dat een Belgische minister van Mobiliteit aan zijn Nederlandse collega’s zou zeggen welke thema’s al dan niet in het Nederlandse regeerakkoord dienen opgenomen te worden, dus bijvoorbeeld de heropname van het project in het Nederlandse regeerakkoord’, aldus Gilkinet in zijn beantwoording van een vraag van Frank Troosters van Vlaams Belang.

Dat de kwestie van het doortrekken van de geëlektrificeerde lijn van Hamont tot Weert volop leeft, bleek eerder deze week ook uit een brief van de Belgisch-Nederlandse Vereniging Treinreizigersvervoer aan demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven.

Belang treinreizigers

“De Vereniging Treinreizigersvervoer doet het verzoek aan u om vanuit het belang van de Nederlandse en Belgische treinreizigers dit dossier weer met spoed op te pakken en samen met België hoge prioriteit te geven aan de realisatie van deze belangrijke verbinding”, zo schrijft voorzitter Jean Pauwels.

Volgens Gilkinet zal de eerste reguliere elektrische passagierstrein op woensdag 14 juli tot aan Hamont rijden.