“We zijn concreet bezig met een project om de volgende proef in Nederland voor te bereiden.” Waar dat gaat gebeuren, kan Van Gils nog niet zeggen. Daarover is men in gesprek met de provincies.
Regionale concessies
Batterijtreinen zijn vooral interessant op regionale concessies waar geen bovenleiding is of waar nu nu dieseltreinen rijden, waardoor Groningen opnieuw een mogelijke testlocatie kan zijn. Daar werden eerder door ProRail, Arriva, Alstom en Dekra nachtelijke testritten met de Coradia iLint-waterstoftrein uitgevoerd. Toch lijkt het waarschijnlijker dat de proef elders zal plaatsvinden.
“We zien dat onze huidige dieseltreinen en diesellocomotieven niet alleen in het noorden rijden, maar ook in het oosten van het land en in het havengebied. Dus we kijken nu wat meer landelijk dan specifiek op een gebied of een lijn. Grote voordeel daarvan is dat we zo van elkaar kunnen leren en elkaars expertise kunnen gebruiken”, besluit Van Gils.
De provincie Groningen gaat tegen 2024 waterstoftreinen inzetten op het spoor in Groningen. Dat kan bijvoorbeeld op trajecten naar Stadskanaal en de Wunderline naar Duitsland. Uit een haalbaarheidsonderzoek blijkt dat een waterstoftrein een volwaardig alternatief is voor de huidige dieseltrein.
Karel van Gils gaat op 31 maart tijdens RailTech Europe dieper op deze materie in. Bezoek voor meer informatie over het programma de website van het evenement. Daar kun je je ook gratis registeren.
De eerste groene dwarsliggers van zwavelbeton zijn inmiddels geïnstalleerd in het spoor tussen Puurs en Antwerpen. De massaproductie start in augustus, waarna er voorlopig acht jaar lang 25.000 stuks per jaar geproduceerd worden.
Milieuvriendelijk aanbesteden
De opdracht voor deze productie ging naar betonbedrijf De Bonte. Het is een van de eerste Belgische overheidsaanbestedingen waarbij naast de prijs ook milieucriteria meewegen. In dit geval waren een beperking van de CO2-productie (in het fabricageproces of in transport van het materiaal) en een betere circulariteit van het product goed voor 40 procent van de toekenning. De kosten wogen voor 60 procent. Deze criteria, in combinatie met de concurrerende prijs, gaven De Bonte het voordeel.
De groene dwarsliggers worden geproduceerd in een vestiging in de regio Bergen die tot nu toe gespecialiseerd was in de productie van dwarsliggers voor wissels. Voor de dwarsligger wordt niet langer cement, maar zwavel gebruikt als bindmiddel. Dit biedt volgens Infrabel een aantal voordelen. Om cement te maken, is een temperatuur van 1.400 graden Celsius nodig. Zeer energie-intensief dus. Met zwavelbeton is 140 graden voldoende om de dwarsligger vorm te geven. Maar bij de productie van cement, komt ook nog eens veel CO2 vrij. In totaal is er bij dit nieuwe productieproces 40 procent minder CO2-uitstoot.
100 huishoudens
Dat betekent dat zeggen dat de CO2-productie per dwarsligger gaat van 75kg CO2 naar 45kg CO2 per stuk. Hiermee kan elk jaar het equivalent van de jaarlijkse CO2-productie van 100 huishoudens worden gecompenseerd. Verder is zwavelbeton volledig recycleerbaar. Dit in tegenstelling tot de houten dwarsliggers. Deze moeten zorgvuldig verbrand worden omdat ze behandeld zijn met creosoot. Een chemische stof die hen beschermt tegen de weersomstandigheden.
Ook de betonnen dwarsliggers die op het einde van hun levensduur zitten, worden niet optimaal opnieuw gebruikt. Zij belanden deels als grind of steenslag in de wegenbouw. Maar de dwarsliggers uit zwavelbeton, die op het einde van hun levensduur zitten of die op termijn beschadigd raken, kunnen omgesmolten worden tot nieuwe dwarsliggers. Een laatste voordeel, ten slotte, is dat dit materiaal het mogelijk maakt zwavel te recycleren, een afvalproduct van de olie-industrie.
Hergebruikt plastic
Uit recent onderzoek van het Nederlandse RIVM blijkt dat naast zwavelbeton ook hergebruikt plastic een duurzaam alternatief voor gewoon beton kan zijn. Zes verschillende materialen werden onderzocht op duurzaamheid en veiligheid voor het milieu. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Prorail. Net als Infrabel is de Nederlandse spoorbeheerder op zoek naar duurzamere alternatieven voor de huidige betonnen dwarsliggers, waarvan de CO2-uitstoot bij productie relatief hoog is.